Schrijven voor online
Voorbereiding
Voordat je begint met schrijven, stel jezelf de volgende vragen:
- Voor wie schrijf ik?
- Doelgroep
- Voorkennis
- Informatiebehoeft
- Welk effect wil ik bereiken?
- Informeren
- Enthousiasmeren, werven
- Beide
- Wat wil de lezer weten? Wat is het lezersperspectief?
Afstemmen op online leesgedrag
Webgebruikers scannen volgens een F-patroon de pagina. Speel in op dit scangedrag en maak een tekst scanbaar:
- Kop en tussenkopjes vormen samen de rode draag (samenhang)
- Zet de Kernboodschap in de lead
- Beantwoord in de lead de w-vragen: wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe
- Maak de lead AIDA:
- A = Attention: wek de aandacht met bv een vraag, dialoog of citaat
- I = Interest: creëer betrokkenheid
- D = Desire: doe een beroep op de lezer
- A = Action: call-to-action
- gebruik Witregels om tekstonderdelen van elkaar te scheiden
- Alinea's
- max 50 woorden
- begin elke alinea met een kernzin die uitlegt wat dit onderdeel bevat
- gebruik signaalwoorden om de kernzin te ondersteunen ('want', 'dus', 'kortom')
- geeft verband aan tussen zinnen en zinsdelen
- stimuleert om verder te lezen
- Opsomming m.b.v. bullets
- gemakkelijk leesbaar
- stuurt het oog
Review
Lees je tekst en stel jezelf de volgende vragen:
- Bevat de tekst een kop, lead en een body?
- Dekt de kop de lading?
- Beantwoordt de lead de w-vragen?
- Is de body scanbaar?
- Is het aanbod duidelijk geformuleerd? Welk probleem lost jouw tekts op?
- Krijgt de lezer antwoord op zijn/haar vragen?
- Staat het lezersperspectief centraal?
- Wordt de lezer verder op weg geholpen met een call-to-action?