Executieve Disfunctietheorie van ASS
Executieve Disfunctietheorie van ASS
‘Executieve functie’ is een overkoepelende term die wordt gebruikt om bepaalde vaardigheden te omschrijven, zoals het stap-voor-stap kunnen plannen, impulscontrole, onderdrukken van voor de hand liggende maar foute reacties, aanpassen van strategieën, georganiseerd kunnen zoeken en zelfmonitoring. Aangenomen wordt, dat sommige aspecten van het executief functioneren bij mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) moeilijker verloopt. Dit wordt de ‘Executieve Disfunctietheorie van ASS’ genoemd.
De Executieve Disfunctietheorie verduidelijkt waarom veranderingen in vastgelegde routines problemen oplevert voor mensen met ASS. Dit komt omdat een verandering in de dagelijkse gang van zaken vereist dat de persoon voor hem bekende handelingen loslaat, over de veranderde situatie nadenkt en vervolgens daarop inspeelt. Gezien de overeenkomsten tussen ASS en CdLS, is de Executieve Disfunctietheorie ook nuttig om bepaalde aspecten van CdLS beter te begrijpen.
Executieve disfunctie en routines
Stelt u zich voor dat een fictief persoon, Arlene, de afgelopen jaren steeds door dezelfde chauffeur, Bill, om vijf over acht ’s ochtends wordt opgehaald. Bill belt aan en zegt “Goedemorgen, Arlene” als Arlene de deur opendoet. Arlene antwoordt “Goedemorgen, Bill” en gaat voorin de minbus zitten. Op een ochtend is Bill ziek en belt Charlie om vijf over acht ’s ochtends aan. Als Arlene opendoet, zegt hij “Hallo, ik ben Charlie”, waarna hij Arlene een hand wil geven.
Als Arlene heeft opengedaan, moet ze haar gebruikelijke reactie “Goedemorgen, Bill” inslikken. Daar komt ook nog bij dat ze ter plekke een nieuwe handeling moet bedenken en uitvoeren, namelijk Charlies hand schudden en “Hallo, Charlie” zeggen.
Probeert u zich nu voor te stellen dat Charlie de deur achter in de minibus voor haar opent, in plaats van de deur voorin. Arlene moet haar gebruikelijke impuls om voorin in te stappen onderdrukken en in potentie een heel scala aan voor haar nieuwe handelingen bedenken en uitvoeren (de situatie aan Charlie uitleggen of op een ander plekje in de bus gaan zitten). Voor mensen die problemen hebben met executieve functies zijn deze zaken heel erg moeilijk.