Iris gaat vanaf haar derde jaar naar een orthopedagogisch dagcentrum. Eerst 2,5 dag in het beginnersgroepje. Vanaf het begin vond ze het erg leuk. Spelen met andere kinderen, muziek maken, samen eten en drinken en gymlesjes.
Loslaten
Het was ook goed voor ons om haar een beetje los te laten. Zo sopten wij altijd haar brood in de melk, zodat ze weer wat extra vocht binnen kreeg. Ook kreeg ze op die manier het brood beter weg. Maar op het dagcentrum deden ze dat niet en zo leerde Iris haar brood ‘droog’ te eten. Ook leerde ze daar uit een beker te drinken. Je zit als ouders soms zo in die vaste gewoonten. Wij dachten dat ze het brood niet droog kon eten en waren bang dat ze zich te vaak zou verslikken.
Verdere ontwikkeling
Na een jaar ging ze naar de schoolvoorbereidende groep. Langzaamaan ging ze op alle gebieden vooruit. Haar woordenschat werd uitgebreid. Ze praat twee en drie woordzinnen, heel soms al met vier woorden. Ze praat met ondersteunende gebaren en ze gebruikt een ‘praatboek’, een boek waarmee ze aan de hand van foto’s gaat praten. Ze oefenen met spelletjes en op je beurt wachten, leren een werkje af te maken, enz. Ondertussen ging ze ook al met veel plezier met een schoolbusje naar het dagcentrum.
Regulier of speciaal onderwijs?
Toen kwam de tijd, gezien haar niveau, om naar school te gaan. En wij stonden voor de keuze: regulier of speciaal? Het is speciaal geworden, omdat wij vinden dat daar meer aandacht aan Iris wordt besteed op alle gebieden. Ook al is er via ‘het rugzakje’ extra mankracht in een groep op het reguliere onderwijs. Wij denken dat op sociaal gebied (het samen spelen en voor jezelf opkomen) Iris onder zou sneeuwen.
Sinds augustus 2005 zit Iris dus op een speciale school: zmlk. Meteen vond ze het leuk, ook in een andere bus met een andere chauffeur. Je kunt haar van tevoren goed uitleggen wat er gaat gebeuren. Als ze het dan ziet, vindt ze het in de meeste gevallen ook goed. Ze zit in een groepje van zeven kinderen, vijf zijn er 5 jaar en twee zijn er 4 jaar.
Grotendeels doen ze hetzelfde als op het dagcentrum, maar de doelen die ze stellen, zijn wat hoger gesteld. Bijvoorbeeld het tellen tot vijf, zelf de tafel opruimen na het eten, speelgoed opruimen waar het hoort, delen van liedjes meezingen in de groep, lichaamsdelen benoemen. Eén keer in de week gaan ze zwemmen en dat vindt Iris geweldig. Wij worden ook erg betrokken bij alles, mogen altijd komen kijken, meehelpen, maar wel alles in overleg.
Trots
Overdag draagt Iris geen luier meer, al moeten we nog wel mee opletten en ongelukjes mogen natuurlijk. Sinds haar vijfde jaar kan Iris op een driewieler fietsen (voordeel dat ze klein is, daar past ze nog op)! Daar zijn we natuurlijk hartstikke trots op. We zijn trouwens helemaal reuzenblij met onze kleine, maar ook grote meid en ook zeker op haar zusje Anne. Anne heeft zeker een positieve invloed op Iris.
Groetjes van Mark, Irma, Iris en Anne van den Heuvel
